Columns

Een selectie van mijn columns voor de Boekenkrant Nieuwsbrief. Bespiegelingen op en ervaringen uit de boekenwereld in de periode 2018-2023.

Boekenkrant Nieuwsbrief – 23 oktober 2018

Familiefeest

Lezen kan echt overal, heb ik dit weekend ontdekt. Thuis op de bank, natuurlijk, of in een park of een café. Maar blijkbaar hoeven ook familiefeestjes geen reden te zijn om je boek te laten liggen. De jongste toevoeging aan onze familie, een kleuter van anderhalf jaar, lapte de ongeschreven regels van het traditionele kringfeestje-met-taart-en-kaasplankjes aan haar laars en rende af en aan met kinderboeken om voor te lezen. Zowat de hele boekenkast werd erbij gehaald. Ik moet eerlijk zeggen, het was een mooie onderbreking.

Het eerste boek dat ze pakte was de Kijkbijbel – ‘Tja,’ zei een tante, ‘het is tenslotte zondag.’ Maar ook een boek met puzzelstukken (die algauw door de hele kamer verspreid lagen) en een prachtig prentenboek dat klassieke muziek begon te spelen als je het opensloeg, kwamen voorbij. Toen haar vader dacht dat ze er wel even genoeg van had, griste ze het boek uit zijn handen en nam het jengelend mee naar haar moeder. Die nam haar op schoot en zei, zogenaamd verontwaardigd: ‘Ach meissie toch, bij mij mag je wel een boekje lezen, hoor.’

Lettervreters zijn er van alle leeftijden.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 12 februari 2019

Eenzame geniën

Als ‘gewoon’ mens had ik altijd een vrij romantisch beeld van schrijvers: dat ze eenzaam opgesloten in een studeerkamertje nachtenlang op hun meesterwerk zitten te zwoegen. Sinds ik bij de Boekenkrant werk, heb ik het geluk gehad om meerdere schrijvers te kunnen vragen naar hun schrijfproces. Toen kwam ik erachter dat het er in werkelijkheid vaak heel anders aan toegaat: uitspraken als ‘Die plotwending was een idee van een vriendin’ of ‘Zonder mijn redacteur was ik er nooit uitgekomen’ zijn niet ongewoon.

Het idee dat boeken rechtstreeks voortkomen uit het hoofd van eenzame geniën, heb ik dus inmiddels wel bijgesteld. Dat neemt niet weg dat dat proces nog steeds heel interessant kan zijn: zo schreef Lineke Breukel onlangs een boek samen met haar online volgers (zie de Boekenkrant van deze maand!). En vanochtend vertelde Mirjam Oldenhave, die je van de Mees Kees-serie kunt kennen, mij dat zij voor haar boeken weleens kinderen om input vraagt. ‘Een jongetje stelde voor om een struik als personage te nemen! En zijn klasgenoten dachten, ja natuurlijk, Struik. Die vonden dat helemaal niet raar,’ aldus Mirjam. Zo zie je maar, boeken worden vaak juist leuker als je er met meer mensen aan werkt. Kom je ook nog eens dat studeerkamertje uit.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 24 september 2019

Schrijvers in het wild

Dat je in het Ambassade Hotel in Amsterdam bekende schrijvers tegenkomt, is niet zo’n verrassing. Als een buitenlandse auteur naar Nederland komt om zijn boek te promoten, zal hij negen van de tien keer in dat hotel aan de Herengracht verblijven. Zo zat ik daar onlangs nog aan tafel met Jonathan Safran Foer, om over zijn nieuwe boek Het klimaat zijn wij te praten (daarover meer in de Boekenkrant van november!).

Op vakantie verwacht je echter niet om schrijvers tegen het lijf te lopen. Afgelopen zomer bracht ik een bezoek aan Genua, de wervelende havenstad aan de Italiaanse Riviera. Ik kende dit middeleeuwse doolhof van steegjes onder andere uit Ilja Leonard Pfeiffers roman La Superba en zijn zomercolumns in het NRC, waarin hij verslag doet over de eigenzinnige bewoners en verhit uitziende toeristen. Eenmaal opgeklommen naar het oude centrum, gingen we op zoek naar een hoognodige kop koffie. Bij het eerste pleintje met cafés dat we tegenkwamen wilden we gaan zitten, maar wie zat daar naast het enige vrije tafeltje? Juist. Ilja Leonard Pfeiffer, inclusief driedelig pak.

We zijn maar even verder gelopen. We hoefden niet zo graag in zijn volgende column op te duiken.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 22 oktober 2019

Van spijkerbroek tot trompet

Ik kan me nog goed de teleurstelling herinneren toen ik mijn favoriete kinderboek Kruistocht in spijkerbroek eindelijk op het witte doek vertolkt zag. Als twaalfjarige was ik namelijk een koppige filmcriticus die vond dat er niet aan het verhaal van het boek getoornd mocht worden. Dat hoofdpersoon Dolf ineens uit Amsterdam kwam in plaats van Amstelveen was nog tot daaraan toe, maar dat het weesmeisje Mariecke was verwisseld voor de oudere Jenne, vond ik echt te ver gaan. Zo ging het verhaal in mijn lievelingsboek niet.

Inmiddels heb ik al heel wat meer boekverfilmingen gezien en mijn verwachtingen beleefd de deur gewezen. Toen mijn collega Janneke en ik onszelf gister trakteerden op een bezoekje aan de bioscoop voor de verfilming van De belofte van Pisa, liet ik me dan ook niet uit het veld slaan doordat hoofdpersoon Sam ineens geen piano maar trompet speelt en in een andere wijk van Amsterdam woont. Deze veranderingen werkten juist erg goed: de trompet bleek een enorm filmisch instrument en het visuele contrast tussen Amsterdam Zuid en Noord onderstreepte de thema’s van het verhaal des te meer. Auteur Mano Bouzamour deed daar nog een schepje bovenop en herschreef zelfs een scène uit zijn boek, omdat hij het filmscript beter vond.

Als boekverfilmingen mij iets hebben duidelijk gemaakt, is het wel dat goede verhalen op oneindig veel manieren kunnen worden verteld.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 5 november 2019

Winterjas

‘Ik heb net iets verkeerds gegeten, dus ik hoop maar dat het goed gaat,’ waarschuwde de Palestijns-IJslandse auteur Mazen Maarouf mij met een grijns voor we aan het interview begonnen. Hij was een paar dagen in ons land voor een optreden op het Crossing Border Festival in Den Haag, naar aanleiding van de verschijning van zijn in het Nederlands vertaalde verhalenbundel Grappen voor de schutters. Hij had er de tijd voor genomen, zodat hij ook nog rustig wat steden kon bezoeken. Bij mij won hij alvast aan punten toen hij zei dat hij Utrecht leuker vond dan Amsterdam: ‘een heel poëtische stad.’

Schrijvers zijn er in vele soorten en maten, en toch hebben ze allemaal één ding gemeen: het zijn ook maar mensen. Een feit dat me vreemd genoeg weleens verrast als ik een auteur spreek. Van Skypen met John Boyne tot koffiedrinken bij Mirjam Oldenhave thuis, je krijgt altijd iets mee van het leven van de schrijver die je interviewt. Sommigen blijven vrij zakelijk, terwijl anderen met je praten alsof je elkaar toevallig in een café bent tegengekomen. Zo vertelde Maarouf mij na het interview dat hij nog een goede winterjas zocht, want die zijn zo duur in IJsland. ‘Ik heb net een leuke gezien, bij Cotton Club. Ken je dat? Ik denk dat ik die maar doe.’

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 25 februari 2020

Grijs verleden

Op de redactie van de Boekenkrant leven wij altijd een maand vooruit. Zo begint de Boekenweek pas over twee weken, maar ligt hij voor mijn gevoel alweer achter me. De afgelopen twee weken ben ik namelijk druk bezig geweest met het nakijken van de artikelen voor de maart-editie, die natuurlijk in het teken van de Boekenweek staat, en zelf interviewde ik Özcan Akyol (beter bekend als Eus), de schrijver van het essay van dit jaar.

We spraken af in een café aan het centrale plein in Deventer, waar de auteur duidelijk een stamgast was. Ik had al veel gehoord over de gastvrijheid van de Overijsselse stad, en was dan ook niet verbaasd dat hoewel het café pas een uur later openging, we alvast in een hoekje mochten gaan zitten. Een van de onderwerpen die in ons gesprek aan bod kwamen, was het feit dat de boekenwereld nogal last heeft van een ons-kent-ons-cultuur, waardoor het er soms vrij ‘incestueus’ aan toe kan gaan. Ik heb hem maar niet verteld dat ik een paar jaar geleden bij zijn uitgeverij heb stagegelopen, en daar een keer ene ‘Eus’ aan de lijn heb gehad, zonder te weten wie dat was. Dat ligt immers alweer in een grijs verleden.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 12 mei 2020

Memorabel

Een boek kun je niet beoordelen op zijn cover, maar wel op zijn eerste zin. Na het lezen van vele ingezonden manuscripten tijdens een stage bij een uitgeverij, wist ik vaak na de beginzin al of het een duidelijke ‘nee’ was of een ‘misschien’. Het manuscript dat begon met ‘Ik werd badend in het zweet wakker’ belandde dan ook linea recta op de ‘nee’-stapel. Goede eerste zinnen kunnen heel memorabel zijn. Zo kan ik die van Virginia Woolfs bekendste roman nog steeds uit mijn hoofd opzeggen – ‘Mrs. Dalloway said she would buy the flowers herself’ – en heb ik ooit het eerste dagboek van Hendrik Groen gekocht na het lezen van de eerste zin: ‘Ik hou ook komend jaar niet van bejaarden.’

Een aantal weken geleden zijn wij gestart met een schrijfwedstrijd voor korte verhalen. Een van de dingen waar wij op letten bij het beoordelen van de inzendingen, zijn de beginzin en de slotzin. Bij korte verhalen in het bijzonder is die laatste van groot belang: deze moet een echte uitsmijter zijn. Dat is een belangrijke les die ik heb geleerd tijdens mijn opleiding aan de VertalersVakschool. Bij het vertalen van korte verhalen verdienen die zinnen altijd extra aandacht: ze moeten staan als een huis. Zo hebben we eens een hele avond gediscussieerd over de laatste woorden van een verhaal van Luigi Pirandello: ‘e buonanotte’. Twee ogenschijnlijk simpele woorden, die echter niet alleen een letterlijke uitsmijter van het verhaal zijn, maar er ook meerdere symbolische lagen van blootleggen. Vertaal je die simpelweg met ‘en welterusten’, en het verhaal zal niemand lang bijblijven. En dat terwijl het over een wandelende dode gaat.

Mirjam Mulder
Redacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 22 juni 2021

Magische stapel papier

Als je iedere week vele nieuwe boeken in handen krijgt, vergeet je soms hoe magisch een boek eigenlijk kan zijn. Een aan elkaar gelijmde stapel papier die, op het moment dat je hem oppakt en openslaat, een hele wereld voor je uitvouwt. Die magie voel ik nu vooral nog bij boeken waarvan ik iets van het maakproces heb meegekregen. Zo vond ik het tijdens mijn stage bij Uitgeverij Prometheus altijd het leukste moment als de eerste lading van een nieuw boek werd afgeleverd, letterlijk vers van de pers. Boeken waarvoor ik een redactieronde had gedaan, of de achterflap naar het Nederlands vertaald, of het fotokatern ingedeeld, of waarover ik gewoon in de wandelgangen had horen praten.

Afgelopen donderdag was er weer zo’n magisch moment, bij de eerste boekpresentatie in tijden waarbij ik weer eens fysiek aanwezig kon zijn. Aan de zonovergoten Bosbaan in Amsterdam presenteerde onze redactie-collega Niels Roelen zijn nieuwe boek Zwarte vogel. Een roman waarvan mijn collega’s en ik de afgelopen maanden uiteraard de vorderingen hadden meegekregen, maar die toch pas écht wordt als je hem in handen hebt. Dan is het traject van idee naar papier naar lezer voltooid, en kan het zijn vleugels uitslaan en een eigen leven gaan leiden.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 28 september 2021

Hybride feestje

Afgelopen zaterdag, de dag dat de anderhalvemeter-samenleving werd opgeschort, ging ik meteen naar mijn eerste boekenfeestje. Het ILFU was weer van start, een festival dat ik als boekenliefhebber en Utrechter natuurlijk niet kan missen. Bij de ingang aangekomen, moest ik nog even snel de CoronaCheck-app downloaden. De uitwerking van de afgelopen anderhalf jaar waren nog wel zichtbaar op het feest, in de hybride samenstelling van het programma. Op deze festivaldag, ‘Exploring Stories’, kon je verschillende Book Talks bezoeken tussen telkens twee auteurs, waarvan één vaak in persoon aanwezig was, en de ander via een live-verbinding op een scherm. Het werkte verrassend goed.

Indrukwekkend was met name het gesprek tussen Lale Gül en Ayaan Hirsi Ali, geïnterviewd door Ronit Palache. Lale zat op een van de roze fluwelen stoelen op het podium, duidelijk nog niet helemaal gewend om in de spotlights te staan. Ayaan deed mee via een groot beeldscherm aan de kop van de tafel. Een boeiend gesprek tussen twee heel verschillende vrouwen, over hoe het is om je los te worstelen uit een beklemmende gemeenschap en de gevaren die dat voor hen met zich meebracht. Wat me vooral is bijgebleven, is dat Ayaan zich tot Lale richtte en zei: ‘Blijf schrijven.’ Waarna een luid applaus ontstak.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 23 november 2021

Twee grijze duifjes

Normaal gesproken geef ik de voorkeur aan een interview met maar één persoon tegelijk: dan kun je in een één-op-één gesprek lekker diep op een onderwerp ingaan. Maar af en toe kan een duo-interview ook erg leuk zijn. Zo sprak ik laatst digitaal met Dieuwertje Blok en Jeroen Kramer – en nee, het ging niet eens over Sinterklaas (in de Boekenkrant van december lees je waar het dan wel over ging!). Dit vrolijke duo werkt al heel lang samen, en dat was ook te merken aan de manier waarop ze met elkaar omgingen. Ze vulden elkaar de hele tijd aan, maakten grapjes (‘Wij zijn al twee grijze duifjes!’) en discussieerden over hoe hun bewerking van een Perzisch sprookje nou ook alweer precies tot stand was gekomen (‘Volgens mij hebben wij dat gewoon zelf verzonnen!’). Op die manier werd het interview al meteen meer een natuurlijk gesprek, iets wat ik altijd probeer te bereiken. Daarmee is dit mijn favoriete interview geworden van het afgelopen jaar. Twee mensen die – net na de afkondiging van de nieuwe coronamaatregelen – moeiteloos een lach op mijn gezicht wisten te toveren.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 8 februari 2022

IJzeren discipline

Onlangs zag ik de film The French Dispatch, de nieuwe Wes Anderson, over een fictieve krant in een fictief Frans stadje. Iemand had hem me aangeraden, met daarbij de vraag: ‘Gaat het er op jullie redactie ook zo aan toe?’ Het antwoord is nee… en toch ook een beetje ja. Dat is een vraag die ik wel vaker krijg, of het beeld uit films van een redactievloer met constant rinkelende telefoons en verhitte discussies een beetje klopt. Zoals altijd is het echte leven een stuk minder glamorous, maar uiteraard hebben wij ook regelmatig redactievergaderingen waarbij ideeën gepitcht kunnen worden, en soms is het inderdaad wat stressen om de deadline te halen. Een enkel artikel dat nog op het laatste moment wordt aangeleverd, een foto die niet high-res genoeg is of een advertentie die nog een fout bevat… En ja, de telefoon gaat ook weleens af.

Omdat wij elke maand een krant moeten afleveren, wordt dat op een gegeven moment natuurlijk een geolied proces. Ik vraag me weleens af hoe dat gaat op de redactie van een wekelijkse, laat staan dagelijkse krant. Die mensen moeten echt een ijzeren discipline en stalen zenuwen hebben! Hoewel, wij maken ook weleens meerdere kranten per maand. Zo rondden we afgelopen week zowel de Boekenkrant, als de BKJunior-special af. Gelukkig is die laatste altijd zo’n plezier om aan te werken, daar heb je geen discipline voor nodig!

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 26 juli 2022

Moed

Op een verjaardagsfeestje van een vriendin afgelopen zondag zaten we heerlijk onder een parasol van een tapasdiner te genieten langs een havenkade. Op een gegeven moment kwam het gesprek (uiteraard) op boeken, en iemand vertelde dat hij zich had vastgebeten in Salman Rushdies De duivelsverzen. Deze roman gaat over de Engelse immigratieproblematiek, maar leest ook als een commentaar op de Koran. Na de publicatie in 1988 moest Rushdie onderduiken, omdat er een premie op zijn hoofd was gezet. Het deed me denken aan een Book Talk van Roberto Saviano tijdens het ILFU afgelopen jaar, waarin hij vertelde dat hij sinds de verschijning van Gomorra, over de Napolitaanse maffia, onder permanente bewaking staat.

Ik kan me zo’n leven nauwelijks voorstellen: niet eventjes naar de supermarkt kunnen lopen wanneer je wilt, geen concerten of restaurants kunnen bezoeken, altijd in angst te moeten leven. Afgelopen jaar schrok ik ook van de nieuwsberichten dat Lale Gül na het verschijnen van haar roman Ik ga leven wegens doodsbedreigingen moest onderduiken. Het is dus niet zo’n ver-van-je-bed-show als het lijkt. Of je het nou eens bent met wat zij schrijven of niet, ik kan alleen maar respect hebben voor hun moed. Hun boeken gaven aan dat vrijheid van meningsuiting nog steeds alles behalve vanzelfsprekend is. En dat is belangrijk om af en toe bij stil te staan, zelfs op een erg warme zomerse namiddag in Rotterdam.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 9 augustus 2022

Zo maf mogelijk

Hoe krijg je kinderen aan het lezen? Dat blijft de million dollar question in de boekenwereld en op basisscholen. Twee auteurs die daar een (waarschijnlijk multi-million dollar) antwoord op hebben gevonden, zijn de Australische Andy Griffiths en Terry Denton. Waar ze in Australië al lang geliefd waren vanwege hun anarchistische kinderboeken als Just Disgusting! en The Bad Book, veroverden ze de harten van kinderen over de hele wereld met hun – wat toegankelijkere – De waanzinnige boomhut-serie. Ter illustratie: alleen al in Nederland werden daarvan 1,3 miljoen exemplaren verkocht. Dat verklaart wellicht waarom zij dit jaar als eerste buitenlandse auteurs ooit gevraagd werden voor het Kinderboekenweekgeschenk. Wat is hun geheim?

Ik sprak Andy Griffiths, de schrijver van het duo, voor de komende BKJunior. Zijn ruige begin als zanger van twee punkbands is nu nauwelijks meer af te lezen aan zijn kleurrijke, innemende verschijning. Als docent Engels ontdekte hij zijn liefde voor (kinderboeken) schrijven. Later koppelde zijn uitgever hem aan illustrator Terry Denton (‘Hij heeft een goed gevoel voor humor’) en het iconische duo was geboren. Wat ze delen, naast een tomeloze fantasie, is dat ze zichzelf niet te serieus willen nemen. ‘Toen ik begon met schrijven, wilde ik vooral meer lol trappen,’ vertelt Andy. ‘Dat was iets wat ik miste in kinderboeken, ze zijn vaak wat serieus, willen een boodschap overbrengen. Daarom sloeg ik de tegenovergestelde richting in: ik probeer mijn boeken altijd zo maf mogelijk te laten zijn.’ Wellicht schuilt daarin hun gouden formule.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 18 april 2023

Recensie door ChatGPT

Menigeen zal zich de laatste tijd hebben afgevraagd: gaat ChatGPT mijn baan overnemen? Als redacteur van een krant heb ik mij die vraag natuurlijk ook gesteld. Want, hoewel vergelijkbare AI-systemen al lange tijd bestaan, is deze nieuwe chatbot vooral bijzonder goed in communiceren op een natuurlijke manier. En dat maakt het gebruik ervan veel toegankelijker, en breder toepasbaar. Uit de aflevering ‘ChatGPT: een hallucinerende babbelaar’ van de podcast Over taal gesproken leerde ik dat de chatbot vooral handig is als een soort assistent: je kunt hem naar ideeën vragen, of een eerste versie laten schrijven van een tekst. Daarna moet er alsnog een mens aan te pas komen, want ChatGPT vertelt niet per se de waarheid.

Om dit te testen vroeg ik ChatGPT een recensie te schrijven van de nieuwe roman De Pool van J.M. Coetzee, een liefdesverhaal over een Spaanse vrouw en een Poolse pianist. De bot geeft er een verrassende wending aan: ‘In De Pool vertelt de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee het verhaal van een man genaamd Nicolas, die in de vroege achttiende eeuw naar Amsterdam reist om een nieuw leven op te bouwen. Nicolas is echter geen gewone man: hij is een ijsbeer die door zijn eigenaar naar Europa is gebracht om als bezienswaardigheid tentoongesteld te worden.’ Het is duidelijk dat de chatbot erg creatief is met de informatie die je hem geeft, maar stijl boven inhoud stelt. Een Boekenkrant volgeschreven door ChatGPT zal er dus voorlopig niet komen.

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant


Boekenkrant Nieuwsbrief – 9 mei 2023

De triomf van Anjet Daanje

Tot aan haar bestseller De herinnerde soldaat in 2019 schreef ze in redelijke anonimiteit al een heel oeuvre bij elkaar, en nu was ze de gedoodverfde winnaar voor de Libris Literatuur Prijs: Anjet Daanje. Gisteravond werd de prijs aan de Groningse auteur uitgereikt voor haar roman, alom een meesterwerk genoemd, Het lied van ooievaar en dromedaris. Het is een mooi voorbeeld van hoe niet opgeven en gewoon je eigen ding blijven doen uiteindelijk groots beloond kan worden. 

Toen Daanje in 2015 ineens zonder uitgever kwam te zitten, wilde alleen de kleine Groningse uitgeverij Passage met haar verder. Dat betaalde ze terug met De herinnerde soldaat. Maar het plotselinge succes van die roman had ook een keerzijde, vertelde ze aan RTV Noord: ‘Ik had Het lied van ooievaar en dromedaris toen al bedacht, en wilde eigenlijk dat iedereen dát boek fantastisch zou vinden. En nu zouden ze dat natuurlijk gaan vergelijken met De herinnerde soldaat, dat door iedereen al de hemel in was geprezen. Dat kon dan alleen maar tegenvallen, natuurlijk.’ Het tegendeel geschiedde: haar nieuwe boek werd juist nóg meer geprezen, en won afgelopen november al de Boekenbon Literatuurprijs. Dat een roman die bestaat uit elf verschillende verhalen en barst van de intertekstualiteit en stijlwisselingen, toch op louter lof kon rekenen, geeft al aan dat hier een meester aan het werk is.

Daanje zelf was wat overdonderd door alle positieve reacties, vertelde ze in De Shortlist-podcast: ‘Ik moet hierna natuurlijk ook weer een nieuw boek schrijven, maar ja, ik kom hier nóóit meer overheen!’ Ik ben benieuwd of ze zichzelf weer zal verrassen. 

Mirjam Mulder
Hoofdredacteur Boekenkrant